26 mei 2013: De vakantie op Sicilië is begonnen. Gisteravond zijn we geland in Catania en meteen doorgereden naar Siracusa (Syracuse). Een paar duizend jaar geleden woonden hier miljoenen mensen, tegenwoordig is het een middelgrote provinciestad van rond de 150-duizend inwoners. Heel bijzonder is het plaatsje niet, met uitzondering van een groot archeologisch museum en het schiereilandje ‘Ortygia’. Ik heb genoten van het ‘piazza Duomo’ met alle oude pracht en praal die nog vrijwel ongeschonden staat te pronken.
Het ‘Parco Archeologico della Neapolis’ viel in zekere zin wat tegen. Ik had gehoopt op een authentiek amfitheater uit de eerste eeuw na Christus. Jammer genoeg was er van de oude arena weinig te zien. Alle bankjes die vroeger zorgvuldig uit de rotsen werden gehouwen, waren nu bekleed met houten bekisting en in het bekken stond een reusachtig decor. Het is mooi dat Italië het oude erfgoed zoveel mogelijk blijft gebruiken, maar je verliest daarmee wel een beetje het contact met de voorouders.
Na Syracuse ging de reis naar Agrigento. Daar mochten we op de valreep (net voor sluitingstijd) nog even kijken in de ‘Vallei van de Tempels’. Dat was best indrukwekkend: een hele rits van die grote Griekse gebouwen op een rijtje. Het stond het allemaal keurig bij: de paadjes aangeharkt, de olijfbomen gesnoeid en een fijne oranje gloed over het hele park. Zeker gaan kijken als je daar in de buurt bent. Oh, en als je teruggaat naar de stad, stop dan halverwege even bij dat kleine restaurantje. De risotto is er heerlijk en het uitzicht op de uitgelichte tempels is fabuleus.