Woensdag 8 juli 2015
De komende drie weken ga ik een Bedoeïnenbestaan leiden. Misschien is ‘lijden’ wel een beter werkwoord in dit geval. Het is vakantie en de camping wacht.
De tent, een paar stoeltjes, het gasstelletje en twee slaapzakken zijn keurig weggestopt in de kofferbak van de auto. De rest van de spullen staat op de achterbank, want veel bagageruimte heb je niet in een cabrio.
Bij het jaarlijkse ‘wij-gaan-op-vakantie-ritueel’ hoort ook een bezoek aan de kapper. Het wilde kapsel wordt gekortwiekt. Als ik in een meer, zee, of zwembad terecht kom, hoef ik me tenminste geen zorgen te maken over de kam en föhn…
De reis kan beginnen. Er is geen einddoel. We gaan de zon achterna.