Het samenstellen van de goede foto-uitrusting voor je vakantiefotografie blijkt een lastig probleem. Je wilt immers niet teveel spullen meesjouwen op je wandelingen door pittoreske plaatsjes, of mooie landschappen. En als je te weinig meeneemt, dan bestaat het risico dat je ‘het perfecte plaatje’ net niet kunt maken.
In het volgende artikel geef ik een paar handige tips voor iedereen die terug wil komen met de mooiste herinneringen. Je krijgt 7 handige weetjes voor vakantiefotografie op een rij.
1. Pak de goede camera (plus lenzen) in…
Als je een korte stedentrip gaat maken heeft het meestal weinig zin om een grote telelens in je koffer te stoppen. Een compactcamera is altijd handig, maar de voorkeur gaat uit naar een spiegelreflex, of een systeemcamera. Schroef een zoomlens op het toestel (alles tussen de 18 en de 100 millimeter is prima). Daar kun je in een stad goed mee uit de voeten.
Ook voor de meeste landschapsfotografie is zo’n korte zoomlens perfect. Mocht je toevallig een safaritocht gaan maken tussen de leeuwen en de olifanten, dan is het raadzaam om ook een telelens mee te nemen.
2. Zorg voor voldoende opslag…
De meeste fotografen maken ongeveer vijftig tot honderd foto’s per dag. Ik adviseer je om altijd in RAW+JPEG te fotograferen (als je camera dat toelaat). Je geheugenkaartje loopt dan al snel vol. Stop dus een extra schijfje in je koffer, of sla iedere dag je foto’s op in ‘the cloud’.
Denk ook aan een paar reserve-accu’s. Je zult zien dat het rode batterijlampje net begint te knipperen als je op het punt staat die winnende foto voor de Zilveren Camera te maken.
3. Gebruik Google…
Tijdens je vakantie kom je waarschijnlijk terecht op plekken die je nog nooit hebt gezien (en waar je misschien ook nooit meer terugkomt). Het is dus zaak om je goed voor te bereiden. Zorg dat je vooraf reisgidsen of Google Earth raadpleegt. Je weet dan welke bezienswaardigheden je zeker niet mag missen.
Het is ook handig om af en toe een toeristenbureau binnen te lopen, of bij de plaatselijke sigarenboer te kijken wat er op de ansichtkaarten staat. Op die manier weet je welke visuele hoogtepunten er in de regio zijn.
4. Kies je kader…
Het is natuurlijk de bedoeling dat je thuiskomt met foto’s waarvan je vrienden en familie steil achterover slaan. Je kunt proberen hetzelfde standpunt te kiezen als de fotograaf van een mooie ansichtkaart, maar erg origineel is dat niet.
Ons advies voor mooie vakantiefotografie: zoom in op kleinere onderwerpen. Je hoeft niet altijd overzichtsfoto’s te maken voor een mooie herinnering. Kijk goed om je heen welke details typerend zijn voor een stad of een landschap: een roestig balkonnetje, een raam met houten luiken, een oude man op een bankje, enzovoort.
Het werkt ook goed als je de camera eens een beetje schuin houdt. De foto krijgt daardoor meer dynamiek en het geeft een licht vervreemdend effect. Dat werkt vooral goed in een bebouwde omgeving. Bij landschapsfoto’s en grotere waterpartijen moet je wel zorgen voor een ‘rechte horizon’.
5. Sta vroeg op…
Het mooiste licht schijnt ’s ochtends vroeg, of in de late avond. Probeer die momenten te pakken. De zonnestralen zijn dan zacht en zorgen voor mooie schaduwen en fijnere structuren. Je foto’s worden sfeervoller en vriendelijker.
De meeste mensen willen tijdens hun vakantie niet voor dag en dauw opstaan. Dat geldt misschien ook voor jou. In dat geval zit er niks anders op dan fotograferen in hard zonlicht.
De contrasten zijn dan meestal erg groot. In sommige gevallen kan het helpen om die foto’s om te zetten naar zwart-wit. De enorme verschillen tussen licht en donker werken dan juist in je voordeel.
Zwart-wit zorgt ook voor een dramatischer beeld. Je kunt er een andere sfeer mee creëren.
6. Laat bedrijvigheid zien…
Veel fotografen staan soms wel een half uur met hun camera in de aanslag te wachten tot alle mensen uit beeld zijn verdwenen. Ze willen een leeg plein op de foto, of een fontein zonder toeristen. Toch worden dat meestal ‘saaie’ plaatjes. Een stad leeft en dat mag je best terugzien in je vakantiefotografie.
Hetzelfde geldt voor een mooi landschap. Het hoeft niet altijd helemaal leeg te zijn. Je kunt er ook voor kiezen om een boer op een tractor in beeld te zetten, of een auto op een stoffig zandpad.
7. Neem de tijd…
Je bent op vakantie. Haast heb je (hopelijk) niet. Neem dus de tijd om je onderwerp zo goed mogelijk op de foto te krijgen. Probeer verschillende standpunten, kies de krachtigste compositie, varieer met de scherptediepte en wacht op het beste licht.
Soms is het verstandig om op een ander tijdstip terug te komen. Als je een kerktoren wilt fotograferen tegen de zon in, dan wordt dat meestal een teleurstelling. Een halve dag later staat de zon waarschijnlijk een stuk beter en kun je alsnog de foto maken die je in gedachten had.
Ik wens je veel fotografieplezier!
Dit artikel over vakantiefotografie is eerder geschreven voor de website van Fotoschool Keistad.
