Willem van den Hoed
Misschien iets minder bekend, maar wel erg interessant is het werk van Willem van den Hoed. Hij houdt zich sinds 2000 bezig met een bijzondere vorm van fotografie. De combinatie van techniek en uitgekiende composities zijn het handelsmerk van deze voormalige architect.
Van den Hoed creëert een volledig nieuwe werkelijkheid, die niet gemanipuleerd lijkt te zijn, maar waarvan iedere millimeter door de fotograaf is bewerkt. Van den Hoed maakt honderden detailfoto’s onder verschillende lichtomstandigheden en vaak zelfs verspreid over meerdere dagen. Daarna worden alle componenten op de computer samengevoegd tot een foto die in één keer lijkt te zijn gemaakt.
De fragmenten van licht en tijd worden versmolten tot messcherpe en extreem gedetailleerde platen die goed tot hun recht komen op grote afdrukken.
Het belangrijkste thema in het werk van Van den Hoed is de studie van de intieme sfeer van een hotelkamer, versus het publieke exterieur. Het glas dat beide werelden scheidt, speelt altijd een essentiële rol.
De architectuurachtergrond is nog steeds zichtbaar in de werken van Willem van den Hoed. Vrijwel alle foto’s tonen gebouwen en interieurs.
Willem van den Hoed werkt sinds 2007 samen met galerie De Zaal in Delft. Naar eigen zeggen heeft hem dat geholpen om door te groeien tot professioneel fotograaf.
In het Eindhovens Dagblad staat een uitgebreid interview met Van den Hoed.
Een kort fragment uit het artikel:
“Van den Hoed kan fijn uitleggen waarom dingen lopen zoals ze lopen. Gevraagd naar zijn eerste herinnering aan fotografie, diept hij een hilarisch verhaal op. ,,Mijn vader had mij een fotocamera cadeau gedaan en een rolletje film. Want ik mocht als jong menneke met mijn moeder een paar dagen op reis, naar Parijs. Weet je wat ik had gefotografeerd? Allemaal stoeptegels. Dat vond ik prachtig, maar mijn vader was boos! Die had natuurlijk foto’s verwacht van zijn vrouw voor de Eiffeltoren of zo; kwam zijn zoon terug met trottoirs…. Die liefde voor structuur en detail zat er dus al vroeg in. Dat begreep ik toen nog niet, maar nu wel. Aan dat soort gevoelens moet je gehoor geven, dat is belangrijk.”