De herfst lijkt nu behoorlijk op gang te komen. De dagen zijn een stuk korter en zelfs op het midden van de dag is er veel minder licht dan een maand geleden. Je kunt het merken aan de automatische instellingen van je camera. De sluitertijden worden langer en je ISO-instellingen willen graag omhoog. Op deze pagina geven we je zes tips voor fotografie in het donker (situaties met minder daglicht zonder flitser).
Zoals je misschien weet uit onze serie artikelen over de belichtingsdriehoek hangen diafragma, ISO en sluitertijd met elkaar samen. Als je één van de drie verandert, dan moet er ook iets gebeuren met de andere waarden.
Gebruik een statief
Je zult in deze donkere periode van het jaar regelmatig merken dat je sluitertijd te lang wordt. Als de waarde onder de 1/50 seconde komt, dan krijg je al snel bewegingsonscherpte. Dat komt omdat het moeilijk is om de camera goed stil te houden, of omdat het onderwerp van je foto beweegt (mensen, dieren, auto’s, boomtakken in de wind…).
Eén aspect van de bewegingsonscherpte is eenvoudig op te lossen met een statief. Als je in het donker een foto wilt maken van een stilstaand object, dan is het statief ‘je vaste hand’. Je kunt ook een muur, een autodak, of een andere stabiele ondergrond gebruiken….
Let op: bij sommige camera’s moet je de stabiliteitscontrole uitzetten als je een statief gebruikt…
Natuurlijk kun je ook bewegende onderwerpen fotograferen met behulp van een statief. Je kent vast die prachtige opnamen waarbij auto’s rode sporen trekken met hun achterlichten. Dat soort foto’s wordt gemaakt met een lange sluitertijd vanaf een statief.
Tip: als je een statief gebruikt, houd dan de ISO-waarde laag. Het is nergens voor nodig om het risico te lopen op extra ruis in je foto’s.
Zet de zelfontspanner aan
De zelfontspanner is een heel handig hulpje als je absoluut geen beweging van de camera kunt gebruiken. Ons advies: zet je toestel op het statief en stel de zelfontspanner in op 2 of 10 seconden. Op die manier voorkom je dat er bewegingsonscherpte ontstaat als je afdrukt.
Schroef je ISO verder op
De meeste moderne camera’s hebben uitzonderlijke hoge ISO-instellingen. ISO 25.600 (en hoger) is nauwelijks een uitzondering. Toch zit er een addertje onder het gras: de kwaliteit van je foto wordt namelijk een stuk minder bij hoge ISO-waarden. Dat verschilt per cameramerk en -type.
Sommige toestellen laten bij ISO 1600 al een storende ‘ruis’ zien, andere camera’s maken nog schitterende beelden bij ISO 6400. Je zult dus moeten experimenteren met dit onderdeel van de belichtingsdriehoek. Maak een paar proeffoto’s om (op je computerscherm) te zien hoe ver je kunt gaan met de ISO op jouw camera.
Maak je diafragma groter
Het diafragma is de grootte van je lensopening. Hoe groter je die maakt, hoe meer licht er binnenkomt. Het kleinste diafragma-getal zorgt voor de meeste lichtinval, maar heeft als ‘nadeel’ dat de scherptediepte in je foto afneemt.
Als je een groot gebied in je compositie scherp wilt hebben, zul je voor een hoger diafragmagetal moeten kiezen. De sluitertijd wordt dan langer, of je ISO-hoger.
Tip: bij fotografie in het donker mag zwart ook best echt zwart worden. Je kunt ervoor kiezen om je belichtingscompensatie (knopje met het +/- teken) één stop te verlagen. Een bijkomend voordeel is dat je een iets snellere sluitertijd of hoger diafragmagetal kunt gebruiken.
Stel je belichting af op het lichtste deel
Je loopt bij nachtfotografie al snel het risico dat de lichtste onderdelen in je compositie overbelicht raken. Straatlantaarns worden uitgebeten vlekken en de maan is plotseling een hagelwit gat.
Probeer de belichting van de heldere onderdelen in je compositie goed doortekend te krijgen. Concentreer je -bijvoorbeeld- op het licht van de lantaarnpaal in een donkere straat. Zorg dat de straatlamp zo goed mogelijk wordt belicht. Probeer verschillende instellingen van je camera (bijvoorbeeld een kortere sluitertijd of een lagere ISO).
Tip: met een hoog diafragma-getal krijg je vaak van die mooie sterren rond een lichtbron.
Je zult zien dat sommige objecten best veel licht geven. Voor de foto van de maan was een sluitertijd van 1/500 voldoende. Deze opname kon dus makkelijk uit de hand worden gemaakt, want met zo’n snelle sluitertijd is bewegingsonscherpte vrijwel uitgesloten.
Experimenteer er lustig op los
Avond- of nachtfotografie kan prachtige beelden opleveren. Haal je warme jas maar weer uit de kast en trek er ’s avonds op uit. Onze ervaring is dat je veel moet experimenteren om de mooiste foto’s te maken.
Tip: ga eens naar de stad als het net heeft geregend. Vooral in het donker zorgen de spiegelingen van lichtjes in de natte straten voor ontzettend sfeervolle plaatjes.
Ik wens je veel fotografieplezier!
Dit artikel verscheen eerder op de website van Fotoschool Keistad.