Gijs Wilbrink fabuleus in ‘De Beesten’
Blik op een somber en nevelig waterlandschap met bladloze bomen.

Gepubliceerd op

Weet je nog dat het boek ‘Nooit meer slapen’ (1966) van Willem Frederik Hermans begint met die beroemde regel: “De portier is een invalide”?*

Deze week las ik ‘De Beesten’ (2022) van Gijs Wilbrink. Op pagina 187 staat plotseling: “De beambte heeft een glazen oog”. Zou Wilbrink aan Hermans hebben gedacht toen hij dat zinnetje schreef? Vast wel.

Alles zit tegen

Beide boeken hebben meer overeenkomsten. Ze spelen bijvoorbeeld in een strak afgebakende regio. Hermans kiest voor een stukje Noorwegen boven de poolcirkel en Wilbrink voor het uiterste oosten van de Achterhoek. Verder valt op dat de hoofdpersonen in de twee boeken zich uiterst moeizaam door de bladzijden slepen. Mislukking op mislukking. Alles zit tegen. Echt alles!

‘Nooit meer slapen’ is een beeldschoon boek. Ik ga daar verder geen complimenteuze woorden aan besteden. Dat is al genoeg gedaan.

Gijs Wilbrink debuteert

‘De Beesten’ krijgt ook lovende recensies. De Volkskrant vindt het ‘Een dijk van een roman. Intimiderend goed’. En NRC noemt het een ‘daverende debuutroman’. Andere kranten, talkshows en critici sluiten zich daarbij aan. Ik kon nergens een negatieve mening vinden over deze eersteling van Gijs Wilbrink (1984). En terecht.

Het boek ademt de grauwheid van een late herfst. Alles is rot, klam en kleurloos. Toch wil je lezen, lezen, lezen. Wilbrink schotelt je een pageturner voor in fabuleus mooie taal. Je voelt dat de auteur aan sommige alinea’s uren, zo niet dagen, heeft geschaafd. Maar gepolijst wordt het nergens. Er blijven voldoende splinters over om je gedachten aan open te halen.

Het verhaal heeft bijna 400 bladzijden nodig. Je krijgt twee perspectieven en helemaal aan het eind nog een slotwoord van een derde verteller.

5/5

Gijs Wilbrink
De beesten
ISBN: 9789400409965
Thomas Rap (2022)
396 pagina's

VADER IS KWIJT

Het actuele deel speelt zich af in de kerstvakantie van hoofdpersoon Isa. Het is de eerste week van januari 1996. Isa studeert kunstgeschiedenis in Utrecht. Ze heeft zich ontworsteld aan de verstikkende Achterhoek. Helemaal gladjes verloopt het nog niet, want ze moet dringend een essay schrijven om haar propedeuse te halen. Dat lukt niet, omdat Isa verzand is geraakt in een wereld vol drugs, drank, alternatieve muziek en het Animal Liberation Front.

Op nieuwjaarsdag belt haar moeder: ’Vader is kwijt’. Achterhoekse communicatie blijkt kort en korzelig. Isa springt in haar gammele Opel Kadett en verlaat halsoverkop de grote stad. Ze gaat op weg naar het uiterste oosten van ons land, dichtbij Duitsland. Haar pas gewonnen, stadse vrijheid wordt ingeleverd voor de eeuwige beklemming van haar geboortegrond. Bij Arnhem moet ze een symbolische grens over, terug naar slechte herinneringen. Het lijkt een onomkeerbare daad. De IJssel als een heuse Rubicon.

Wilbrink beschrijft die rit als volgt:

“Een dichte damp stijgt op vanuit de IJssel, het hult de rivierbrug in een gordijn van mist. De stalen reling is niet te onderscheiden van het kleurloze vergezicht, de oever en de weiden aan de overkant zijn nauwelijks te zien. De enige tint die het panorama van deze winterdag enigszins doorbreekt is die van het diepgrijze water dat koppig onder de brug doorstroomt. […] De auto perst zich door de damp, het is bijna alsof iets of iemand haar tegen probeert te houden. Droge ruitenwissers krassen tegen koud glas.”

LIEFDE VOOR ISA KELLER

Je voelt aan alles dat het bezoek aan haar geboortestreek ellende gaat brengen. Je wilt haar toeroepen: ‘Keer om, keer om!’ Ondanks alle onhebbelijkheden ga je houden van dit drieste deerntje.

Het verhaal van Isa beslaat maar een paar dagen. De andere hoofdverteller schetst een jarenlange en ellendige familiegeschiedenis. Iedereen lijkt tot z’n knieën in de zuigende modder te staan. Vluchten is geen optie. Wie in het oosten geboren is, komt daar nooit meer weg. En als je toch met wat geluk de andere kant van de IJssel weet te bereiken, kom je ooit weer terug. Dat lot treft zowel Isa als haar vader.

Ook hier kiest Wilbrink sombere taal als hij de uitzichten van boerenfamilies beschrijft:

“Leven van schemer tot schemer, wachten op een teken van verlossing, rituelen gedolven uit oergrond. Dagen zwaar als een cilinderblok.”

Dit boek herbergt echt alles wat je in een meeslepend verhaal kunt stoppen: sex, drank, drugs, heel veel nicotine, rock ’n’ roll, motocross, afgunst, moord, geloof, hoop en bitter weinig liefde.

LIBRIS LITERATUUR PRIJS

‘De Beesten’ staat niet op de lijst met genomineerden voor de Libris Literatuurprijs 2023. Zelfs niet op de longlist. Daar begrijp ik geen ene jota van. Dit boek is een winnaar. Wilbrink doet er zelf nogal luchtig over:

“Die prijs gaat nooit naar een debutant. Ik vind dat ik al hartstikke tevreden mag zijn met de aandacht en de lof die het boek wél krijgt. Die Libris komt misschien nog wel een keer.”

Ach ja, echte Achterhoekers maak je de kop niet gek. Alles op z’n tijd.

Korte correctie: ik ben mijn belangrijkste tienerjaren grootgegroeid op de plek waar dit verhaal speelt. Mocht je na het lezen van het boek denken dat je een goed beeld hebt van de Achterhoek, vergeet dat dan. Zo hopeloos is het echt niet… Gijs Wilbrink heeft de VVV van Gelderland een mooie streek geleverd 😉


*Met Grote Dank aan Patrick die bij het ontspullen van zijn boekenkast aan mij dacht.


Meer over boeken en literatuur.

andere
verhalen