Al ruim drie jaar vragen mensen regelmatig of ik terugverlang naar mijn oude baan. Het antwoord is ‘nee’. Voor geen meter. Het leven als vrije jongen bevalt me prima.
Natuurlijk zijn er wel een paar kleine rimpeltjes in het nieuwe leven. Geloof me: die wegen ruimschoots op tegen de diepe sporen die MT-vergaderingen trekken.
Het riante maandsalaris mis ik soms. De zekerheid is weg dat je inkomen iedere 27ste van de maand om drie over half twaalf wordt overgemaakt. Nu zijn er klanten die een half jaar en twee herinneringen nodig hebben om bij te dragen aan de hypotheekaflossing. ’t Is even wennen…
Prietpraat
Maar ik mis mijn collega’s het meest. Een zzp’er heeft geen dagelijkse vakgenoten. Iedereen op zijn carrièrepad is een potentiële opdrachtgever. Als iemand een beetje interesse toont in zijn werk, dan begint meteen de acquisitiebel te rinkelen. Een zzp’er draait altijd op volle toeren. Never a moment of weakness.
Er is zelden ruimte voor pretentieloze prietpraat over je stommiteiten, fouten, valkuilen en andere zwaktes. Zelfs de successen worden nauwelijks gevierd. Een vrije jongen (of meisje natuurlijk) leeft zonder externe reflectie. Je kunt hooguit een boze klant treffen, maar dat is hoogstwaarschijnlijk eenmalig, want daarna is ‘ie weg.
Braamstruik
Dat is met collega’s wel anders, die feedbacken zich suf en ze blijven langduriger in je leven. Ik herinner me de glasheldere kritieken van collega’s als Sjors, Jelle, Jaap, Bert en Beitske.
Je had ook mensen die hun kanttekeningen heel omzichtig plaatsten, zoals Inge, Kees, Harm en Henk-Sjoerd. Zij gebruikten warme woorden, maar zeiden dingen die als de tak van een braamstruik in je wollen trui bleven hangen.
En je had van die types die gewoon ophoestten wat ze voor de mond kwam, zonder na te denken over de juiste woordkeus. Zij hebben als prototype gediend voor die tv-reclame van InShared. Kijk maar even….
Standpunten stapelen
Het bovengenoemde rijtje namen is nog maar het topje van de ijsberg. Eigenlijk had iedereen binnen de muren van ons pand wel een mening over het werk van een ander. Er zaten dagen tussen dat er uitsluitend standpunten werden gestapeld. Iedereen werd besproken; de baasjes het meest. Het werk lag dan stil.
Toch had ik het voor geen goud willen missen. Uiteindelijk heb ik het altijd prettig gevonden als mensen een mening hadden over mijn bijdrage aan het bedrijfsresultaat. Daar word je beter van, deskundiger, professioneler.
Vrije jongen en de vriendendienst
Een vrije jongen moet het allemaal zelf maar uitvogelen. Er zijn geen sparring partners om je de waarheid eens even anders te vertellen. Daarom klamp ik af en toe iemand aan. Ik bedel kritiek. Het zijn meestal mensen uit hetzelfde vakgebied als het mijne. Ik bewonder ze om hun professionaliteit en vertrouw op hun eerlijkheid. Ik vraag of ze me willen helpen. Het is meestal een vriendendienst, want om nou te gaan betalen voor een serie foutmeldingen, dat gaat me te ver.
Van kop tot punt
Pas geleden heb ik een fantastische schrijfster gevraagd om een blik te werpen op één van mijn meest recente teksten. Je moet vooraf weten dat ik zelf nogal tevreden was over het werkstuk.
Toen ik een paar dagen later haar antwoordmail opende, bevroor mijn hart. De laatste jaren heb ik zelden zoveel rode strepen gezien. Deze mevrouw had meer kritische noten opgetekend dan er passen in de partituur van een lange symfonie. Van de kop tot de laatste punt kreeg ik er van langs.
Er dienen zich dan een paar stadia aan vol emotie. Eerst begint het met ongeloof: “Hé heeft ze echt fouten ontdekt?!”. Daarna volgt de boosheid: “Wie denkt die vrouw wel dat ze is???” Vervolgens dringt nederigheid zich naar voren: “Shit, er valt nog best wat te verbeteren.” En tot slot begint de renovatie.
Masochisme
Toen ik klaar was met herschrijven, werd ik blij. Mijn verhaal was er van opgeknapt. Het was beter geworden; puntiger, verfijnder, gelaagder, leesbaarder.
Vragen om feedback is intellectueel masochisme. Mijn advies aan iedere andere vrije jongen: probeer het eens. Vraag iemand om je stevig onder handen te nemen. Het werkt louterend. En… de enige echte reden voor een vaste baan is definitief verdwenen!