Bijna een jaar geleden schreef ik de tekst voor een bijzondere documentaire. Vandaag werd de film getoond aan een select gezelschap.
Het beelddocument gaat over een huis in Amsterdam waar in de jaren ’20 een welgestelde Joodse familie woonde. Na de oorlog is niemand teruggekeerd. Alle gezinsleden zijn omgekomen in de jaren tussen 1940 en 1945; een vader, moeder en drie jonge dochters.
Een paar jaar geleden hebben familieleden het huis voor de sloop behoed en het volledig laten restaureren. Die opknapbeurt heeft heel veel geld en tijd gekost. De motivatie achter de enorme investering hoorde ik vanmiddag: “Het is onze enige herinnering, verder is er niets of niemand meer..”
Het interieur van het huis is ooit bedacht door binnenhuisarchitect Napoleon le Grand, een heuse beroemdheid aan het vroege begin van de twintigste eeuw. Hij kluste -bijvoorbeeld- voor het Koninklijk huis en de Stadsschouwburg.
Het eindresultaat van de herbouw is fantastisch. De serre is een absoluut pronkstuk, maar ook de lambrisering, de ombouw van de kachels, een secretaire en zelfs de authentieke lichtschakelaars zijn van uitzonderlijke schoonheid. Het is verbazingwekkend hoeveel oude ambachten we nog hebben in ons land, want er stonden vanmiddag zeker vijftien verschillende handwerkslieden in de woonkamer. Ze hadden allemaal hun steentje bijgedragen.
De film van cineaste Deborah van Dam werd met luid applaus ontvangen.
Het weekeinde begon een beetje droevig, maar mooi…
Noot: dit verhaal is een herpublicatie van een eerdere website.