Voor de buitenwereld profileer ik me graag als een Mannelijke Man: relaxed, cool en evenwichtig. Maar bij de tandarts ben ik een watje…
Ik zie dagen op tegen het halfjaarlijkse bezoekje. Eenmaal in de stoel knellen mijn handen zich tot knokkels. De voeten liggen krampachtig over elkaar. Koud zweet druk in mijn rug. Het is een beproeving.
Gelukkig snapt de tandarts me helemaal. Hij zegt dat ‘ie het zelf ook heeft (geloof ik niks van) en gaat altijd uiterst behoedzaam te werk. Ik heb nooit een spoor van ongeduld kunnen bespeuren. Nimmer glipte over zijn lippen: “Kom op zeg, doe normaal, ik vermoord je heus niet”. De vermaning zou terecht zijn geweest, maar ze kwam niet. Tandarts Mark is een Held!!!!
Aan het plafond hing zo’n ouderwetse mobile met een stuk of acht witte vogels. Ze vlogen zachtjes rond op de luchtstroom van mijn overhaaste ademhaling. Ik gaf de beesten denkbeeldige namen als de boor in de buurt van mijn kiezen kwam. Afleiding helpt, zeggen ze…
Vandaag is een zware dag. Mark stopt. Hij heeft de praktijk verkocht en gaat met pensioen. Ik moet alleen verder. Op zoek naar een nieuwe stoel. Het Grote Zweten is weer begonnen.
Ik had me voorgenomen om bij het laatste bezoek een foto te maken van mijn jarenlange uitzicht in de ligstoel. Maar de vogels waren al gevlogen!
Noot: dit verhaal is een herpublicatie van een eerdere website.