Een paar keer per week parkeer ik mijn auto bij Dauphine in Amsterdam. Zoals overal in de hoofdstad krijg je niet veel vierkante meters tot je beschikking. Het past en daarmee is ook alles gezegd.

Op de foto staan twee (bijna) identieke Volvo’s. De linker is van mij, de rechter is er láter naast gezet. En dat is best bijzonder. Ik leg het uit.

Dit type auto heeft maar twee portieren en die zijn ontzettend lang. De deur moet zeker een centimeter of zestig open voordat je er over gaat denken om uit te stappen. De rechter auto staat nog geen veertig centimeter van de muur. De bestuurder is er dus -naar alle waarschijnlijkheid- aan de passagierskant uitgekropen. Dan moet je nog weten dat het redelijk rustig was in de parkeergarage.

Waarom dan al die moeite?

Dat weten alleen de liefhebbers van deze auto….

Maar nu wil ik natuurlijk wel weten welke collega een C70 rijdt.

Noot: dit verhaal is een herpublicatie van een eerdere website.