009-2012 De gekte van Gordon Bell
Gekte van Gordon Bell - Gerard Oonk

Gepubliceerd op

Vandaag heb ik -uiteraard- weer een paar plaatjes gemaakt voor het 365dagen-project. Om de waarheid te zeggen: ik heb werkelijk geen benul waarom ik dit doe. Nou ja, het is een verplichting aan mezelf om de camera wat regelmatiger te gebruiken, maar dat kan ook op een minder absurde manier. Maar goed, ik zie wel waar het schip strandt. Er zijn gekkere gevallen, maar daarover later meer.

Na een paar grijze dagen stond vanochtend de zon vol in de woonkamer. Het was tijd -vond ik- voor een paar tegenlichtopnamen. De lamp werd lijdend voorwerp. De eerste foto is een tikje over the top. Bij de tweede heb ik de zon alleen gevangen in het glas van de lamp. Viel me niks tegen.

Nu nog dat verhaal over mensen die veel gekker zijn dan ik met het vastleggen van hun dagelijkse bezigheden. Een korte inleiding:

Op mijn verjaardag kreeg ik ‘Het geheugenpaleis’, een boek van Joshua Foer. De man is journalist voor gerenommeerde periodieken als National Geographic, Esquire, The New York Times, en nog een paar. Op een gegeven moment komt hij terecht in een wedstrijdje ‘herinneren’. Een stel volwassen mensen mag een stapel speelkaarten van 17 geschudde spellen bekijken en moet dan later vertellen in welke volgorde ze lagen. Joshua Foer wil dat ook leren en gaat op een speurtocht naar het geheim van een goed geheugen.

De zoektocht is zeer journalistiek opgebouwd en prettig leesbaar, vol prachtige verhalen. Neem de gekte van Gordon Bell, dik in de zeventig en voormalig computerwetenschapper bij Microsoft. Bell heeft zich voorgenomen om zijn geheugen niet te belasten met zaken die de techniek kan overnemen. Hij wil de totale controle over zijn herinneringen en slaat zijn hele leven digitaal op. Om zijn nek hangt een kleine digitale camera en een soort memorecorder houdt alle geluiden bij. Verder neemt Bell ieder telefoongesprek op, scant iedere pagina die hij leest en gooit geen enkel mailtje weg (hij heeft er nu zo’n 100-duizend).

[Gordon Bell met camera en recorder. Foto: CBS]

Maar de idiotie gaat verder, want Bell digitaliseert ook al zijn oude foto’s, aantekeningen uit notitieblokjes, zelfs logo’s van T-shirts gaan op de glasplaat. Het digitale geheugen van Bell groeit op dit moment met een gigabyte per maand. In totaal heeft hij 170 gigabyte aan herinneringen opgeslagen.

Foer vraagt aan Bell: “Voelt u zich nooit belast door de enorme hoeveelheid herinneringen die u verzamelt?” Het antwoord: “Absoluut niet, ik ervaar het als zeer bevrijdend”.

Daarna gaat de auteur filosoferen over de toekomst. Het kleine cameraatje van Bell heeft nu nog de afmeting van een pakje sigaretten, maar kan over een paar jaar in het montuur van een bril, of nog later geïmplementeerd in het netvlies.
Foer weet ook van het bestaan van ‘neuroprothesen’ die de hersenen aftappen en directe communicatie tussen mens en machine mogelijk maken. Anders geformuleerd: in de toekomst zou je al je digitale herinneringen van een server kunnen afspelen door je hersenen te verbinden met de computer. Foer noemt dat ‘de verbinding leggen tussen ons interne en het externe geheugen’.

En dan maken we ons nu nog druk over genetische manipulatie…

andere
verhalen