Poortwachters in de knel
‘Is journalistiek dood?’
Die vraag stelt Mark Ragan, CEO van een groot communicatiebureau, aan journaliste Rebecca Jarvis van CBS News. “Moet je kinderen nog wel naar een opleiding voor journalisten sturen?” Het is 2011 en Ragan bespeurt een gigantische groei van blogs en sociale media.
Waarom stelt Ragan dit soort vragen in een periode dat ieder mediaplatform ons overspoelt met nieuws? Je zou juist zeggen dat we een tekort hebben aan mensen die een goed verhaal kunnen maken.

In 2007 schreef ik een artikel over de toekomst van de journalistiek. Het was op verzoek van de jubilerende Hogeschool Windesheim in Zwolle. In die periode speelde de opkomst van de burgerjournalistiek. De onrust in journalistenland was al begonnen en we zochten met z’n allen naar het waarom. Eén ding werd al snel duidelijk: de lezer, kijker, of luisteraar heeft een ander beeld van journalistiek dan de beroepsgroep zelf. Een klein fragment uit mijn betoog van toen.
“Het Amerikaanse reclamebureau voor bloggers –Blogads- concludeert dat de blogschrijvers onderling sterk van elkaar verschillen en dat ze zeer diverse redenen hebben om regelmatig een stukje te publiceren. Er is echter één opvallende overeenkomst: de bloggers zien zichzelf vrijwel altijd als opinieleider en opinieleiders willen gehoord worden. Daar kunnen wij -als professionele journalisten- schamper over doen en voortdurend wijzen naar het matige taalgebruik, of naar de video’s en foto’s die niet aan onze minimale eisen voldoen, maar daarmee veranderen we niet de werkelijkheid.
If you can’t beat them, join them”.
‘t Klinkt natuurlijk reuze stoer zo’n Engelstalig zinnetje aan het eind, maar er spreekt ook sombere berusting uit. “OK, ze hebben gewonnen, we moeten er maar het beste van zien te maken.” Zoiets.
Journalistiek is een onbeschermd beroep. Iedereen mag zich journalist noemen. Je hebt geen biet aan een officieel diploma.
Burgers nemen bezit van het beroep. Bedrijven doen dat ook, zowel de non-profit sector als de commerciële organisaties. Zit er dan echt niks anders op dan je overgeven en je aan te sluiten bij de ‘tegenstanders’?
Beroepscode

De traditionele journalistiek heeft zichzelf normen opgelegd. Dat bleek nodig toen het begrip burgerjournalistiek z’n intrede deed. Je moest immers het verschil kunnen aangeven tussen profs en amateurs.
Het is een behoorlijke rij wetten, wensen en ambities geworden. Het gaat te ver om hier de hele waslijst op te sommen. Dit zijn de kernbegrippen.
Een journalist is: oprecht, accuraat, objectief, onpartijdig en hij kan zijn daden verantwoorden voor zijn publiek. Dat zijn geen misselijke kaders…
Het is voor journalisten niet veel meer dan een morele erecode om zich aan deze spelregels te houden. Er is geen branchebond die je uit het ambt zet als je buiten de lijntjes kleurt. Het publiek kan overigens wel keihard zijn. Zowel journalisten als marketingmensen worden gestraft als ze de boel belazeren. De berichtenmachine van de sociale media is genadeloos.
Reddingspogingen
Het voortbestaan van de onafhankelijke journalistiek staat dus onder grote druk. De traditionele mediaorganisaties zijn nauwelijks meer in staat om hun lezers, luisteraars en kijkers aan zich te blijven binden. Kleine startups bieden uitkomst. Zij komen met modellen die de journalistiek kunnen redden. In Nederland kennen we ‘De Correspondent’ en ‘Blendle’. In Amerika is het aantal vernieuwers nog veel groter. Bij alle initiatieven komt het geld binnen via abonnementen, steun aan individuele schrijvers, of crowdfunding.

Contently pakt het anders aan. Het bedrijf heeft aan het begin van de 21ste eeuw als missie om de kwaliteit van storytelling en journalistiek hoog te houden. Dat nobele doel mag je als particulier sponsoren, maar het hoeft niet, want het geld komt binnen via commerciële bedrijven. De bedenkers van Contently weten dat je daarmee inhoudelijk ook afhankelijk kunt worden van de financiers, want wie betaalt, bepaalt. Daarom gaat een deel van de inkomsten naar een speciaal fonds waaruit langere onpartijdige producties en onderzoeksjournalistiek worden bekostigd.
Het verdienmodel werkt als volgt: Contently zorgt er voor dat bedrijven eersteklas journalisten kunnen werven en dat er technologie en onderzoeksmateriaal beschikbaar is om goede branded journalism te kunnen produceren. Daar betalen die bedrijven voor, zowel aan Contently als aan de journalisten die ze inhuren. De betreffende journalist moet uiteraard wel bereid zijn om -tijdelijk- verhalen te schrijven die van belang zijn voor de marketing van de opdrachtgever.
Het is een verdienmodel met toekomst. De journalistiek vaart er wel bij, de journalist zelf, het bedrijf dat de opdracht geeft en Contently natuurlijk. Vier keer winnen! [Contently heeft het bedrijfsmodel inmiddels aangepast…, red. 2025]