Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Winston Churchill het advies om te bezuinigen op cultuur. Met het vrijgekomen geld konden dan extra bommen en granaten worden gekocht. Churchill weigerde pertinent en sprak de onsterfelijke woorden:
“Als we de cultuur opheffen, waar vechten we dan voor?“
Prachtig toch?! Zelfs als je de man niet kent, ga je ogenblikkelijk van hem houden.
Fake news
Jammer genoeg heeft Churchill deze prachtige tekst nooit uitgesproken. Fake news. Alternative facts.
Er zijn 15 miljoen woorden van Churchill gedocumenteerd, maar nergens is de quote “Then what are we fighting for?” te vinden. Sterker nog: een woordvoerder van ‘The International Churchill Society” heeft officieel bevestigd dat die goeie, ouwe Winston het nooit heeft gezegd. Op z’n Brits: “I’ve seen this quote all over the place, but it’s quite bogus.”
Het stoere statement van Churchill verscheen in 2009 voor het eerst in een blog en daarna trok het als een lopend vuur de wereld over. Ik werd er warm van. Tot vanochtend. Tijdens de research voor dit verhaaltje -over het belang van cultuur- vond ik de ontluisterende waarheid achter Winston’s woorden. Bah.
Klappen voor cultuur
Cultuur krijgt altijd klappen als het wat minder gaat met de economie. De afgelopen jaren zijn vrijwel all subsidies geminimaliseerd of ingetrokken. In alle kunstvormen ging het mis. Duizenden mensen kwamen op straat te staan: artiesten, orkestleden, schilders, schrijvers, fotografen, dansers en kleinkunstenaars. Het land werd er alleen maar armer van.
Gelukkig is het tegenovergestelde ook waar. Als de economie aantrekt, dan zijn politici bereid om geld te steken in creativiteit. Dat geldt op landelijk niveau, maar ook lokaal. Op de website AmersfoortKiest.nl gaat Remko Schotsman in gesprek plaatselijke beleidsmakers. Vrijwel alle geïnterviewden roemen nu het belang van de kunsten en willen daar de komende jaren budget voor vrij maken. Iedereen heeft z’n eigen motivatie. De één ziet het als een soort Wiedergutmachung van de schade die is aangericht, en ander hoopt met kunst het vermeende imago van een provinciestad te ontstijgen en een derde heeft ontdekt dat kunst toeristengeld naar de stad kan brengen.
Goed gevoel
Ik heb de afgelopen weken bovengemiddeld veel musea bezocht. Het is heerlijk om een uurtje rond te dwalen tussen schilderijen, foto’s en beelden. Het maakt me blij, geeft me positieve energie en het inspireert. Bij thuiskomst wil ik steevast nieuwe teksten schrijven, gedichtjes componeren, of experimenteren met de camera.
Zo’n goed gevoel zou je vaker moeten hebben, vooral in tijden dat het wat minder gaat. In dat opzicht was die uitspraak van Churchill dus de spijker op z’n kop. Cultuur is nooit te duur, het is de mentale motor van de mens. Ik hoop dat we bij een volgende crisis eerst even nadenken voordat we kunstenaars naar de bijstand sturen.
De grote foto is gemaakt in het CoBrA-museum in Amstelveen.
Nieuwe Meesters – Hermitage Amsterdam | Onder Hollandse Helden – Fundatie Zwolle