Nadagen van een fotocamera
Nadagen van de fotocamera

Gepubliceerd op

Mijn professionele fotocamera is het leven beu. Hij zit in de herfst van het bestaan. Z’n scherpte neemt zienderogen af en hij wordt onzeker als ‘ie geen duidelijk contrast kan ontdekken. Er moet een nieuwe komen, zoveel is zeker. Dat vereist grondig onderzoek, want een goede camerabody kost net zoveel als een tiendaagse cruise langs de Noorse fjorden (met iedere avond een fijne fles wijn op tafel).

Snapshots en het echte werk

Nadagen van de fotocamera blog gofoto paddenstoelDe laatste weken neem ik wat vaker m’n kleine compactcamera mee op pad. Niet voor het echte werk, want daar is ‘ie niet voor gemaakt, maar voor de snapshots. Ik kan slecht overweg met het ding. Het is een fantastisch toestel met alle mogelijkheden van een spiegelreflex en toch lukt het me niet om een fijne, kleine scherptediepte in de foto’s te krijgen. De plaatjes zijn wel aardig, maar het blijven kiekjes.

Dat heb ik ook met de smartphone. Er zijn collega’s die jubelen over de toenemende kwaliteit van de fototelefoon. Ze hebben gelijk. Die nieuwe apparaten zitten vol met fantastische snufjes. Het zal niet lang meer duren of de smartphone heeft dezelfde mogelijkheden als de huidige spiegelreflex. De innovatie van de professionele camera’s gaat overigens in hetzelfde tempo. Je hebt een glazen bol nodig om te voorspellen waar dit naar toe groeit.

Hasselblad aan de wilgen

Nadagen van de fotocamera blog gofoto gele boomIk moest denken aan een duurbetaalde reclamefotograaf uit de jaren zeventig. Hij maakte de opkomst van de polaroid mee. Dat was bijna een brug te ver voor hem. Zijn hele leven had hij doorgebracht in donkere kamers met chemische troep en plotseling kon je een foto ontwikkelen bij daglicht. “Hoe gek kan het nog worden“, verzuchtte hij. Een tijdje later kwam de digitale fotocamera op de markt. Dat was de nekslag. De goede man heeft als z’n Hasselblads verkocht en is gaan rentenieren.

Fotograaf Remko Schotsman schreef de afgelopen week een uitgebreid blog over zijn groeiende liefde voor de Smartphone Photo Art. Net als ik is Remko gehecht aan zijn spiegelreflex. Hij schrijft:

Mij biedt mijn camera vrijheid, kwaliteit en een gevoel van regie. Met de iPhone heb ik dat gevoel veel minder, ik begrijp prima welke mogelijkheden me ter beschikking staan, ik heb apps waarmee ik o.a. sluitertijd en ISO kan aanpassen en ik ben redelijk bekend met bewerkingsapps. Maar als ik op pad ben maak ik vaak foto’s met mijn DSLR én met mijn iPhone. Maar toch is er een verschil, voor mijn gevoel kan ik met mijn Canon meer dan met mijn Apple.

Kunst met een fotocamera

En zo is het maar net. Met de spiegelreflex ben je ‘in control’. Toch raakte ik enthousiast door de rest van het verhaal van Remko. Sterker nog: ik ben aan de slag gegaan met een viertal foto’s op mijn iPhone.

Jammer genoeg heb ik onvoldoende apps om het hele bewerkingsproces op de telefoon af te handelen, maar Photoshop en Snapseed (op de bureaucomputer) bleken een goed alternatief. Plotseling zat ik ‘kunst’ te maken (ach ja, je verbeeldt je wat..). De plaatjes op de mobiel bleken m’n creativiteit aan te wakkeren, veel meer dan de uitgebalanceerde high end foto’s uit m’n grote Sony full-frame.

iPhone-collage-fotocamera phone-art

Gillende beeldredacteur

Daar zit ‘m misschien wel de kneep. De smartphone is (nog) redelijk oncontroleerbaar en de kwaliteit van de bestanden is onvoldoende om er hoogwaardige foto’s op posterformaat mee te printen. Die grenzen aan de huidige mogelijkheden van het mobieltje verplichten tot creativiteit. Je moet domweg wel op zoek naar andere competenties van het apparaat. De industrie is daar goed op ingesprongen en biedt veel mogelijkheden om de foto’s uit de smartphone meer naar je hand te zetten. Dat leidt tot een nieuwe kunstvorm, de eerder genoemde Smartphone Photo Art. Instagram staat er vol mee, net als met miljoenen selfies (probeer dat maar eens met een spiegelreflex).

Laat ik de conclusie van Remko er even bij pakken:

Ik ga nog steeds met mijn spiegelreflex- en mijn systeemcamera op pad maar zie mijn iPhone nu nog meer als een serieus alternatief én als een instrument om beelden te maken die ik met mijn andere camera’s niet of niet zo gemakkelijk kan maken.

Voor mij is de smartphone nog geen serieus alternatief (de beeldredacteur van de Kloosterglossy gaat gillen als ik hem een serie foto’s uit mijn iPhone stuur). Het is wel een apparaat dat uitnodigt om nieuwe fotopaden te verkennen. Dat ga ik de komende tijd vaker doen, maar eerst maak ik wat tijd vrij om de perfecte spiegelreflex te vinden…


NB.: Waarom is het voor die slimme jongens en meisjes uit de software-industrie zo moeilijk om een kunstmatig diafragma in een smartphone te programmeren? Je kunt ISO instellen, de sluitertijd bepalen en honderdduizend andere beeldbewerkingen uitvoeren, maar een genepte scherptediepte blijkt moeilijk? Hoe kan dat? Iemand een antwoord?

 

andere
verhalen