De afgelopen week was het serious stuff op deze pagina’s. ’t Is de hoogste tijd voor een niemendalletje. Ik breng daarvoor ‘De Smachtwacht’ weer eens in stelling.
De trouwe volgers van dit blog weten dat ik al een paar jaar aangelijnde honden fotografeer die door hun baasjes bij de voordeur van een winkel zijn achtergelaten. Die beesten kijken altijd wat treurig uit hun ogen en daarom noem ik ze ‘smachtwachten’.
Het begon eind maart 2014. Ik kwam bij de Albert Heijn een hipster tegen die tienduizenden volgers heeft op Twitter. Hij plaatst iedere dag een tweet met een Engelstalig tekstje over de liefde. Daar scoort ‘ie mee als een gek.
Massale aandacht
Ik legde hem toentertijd mijn projectje van De Smachtwacht voor. De jongeling ging uit zijn dak van enthousiasme. Hij vond dat ik ogenblikkelijk een account moest aanmaken voor dit enorme hondenleed. Duizenden volgers zou ik er mee krijgen. Mijn leven zou een compleet nieuwe wending krijgen. Het voelde eervol dat zo’n snelle gozer mij -een man op zekere leeftijd- een nieuwe digitale toekomst toedichtte.
Natuurlijk heb ik de raad van deze iPhone-goeroe opgevolgd. Twee jaar later heb ik een stuk of vijftig sneue honden online staan en welgeteld vijf (5) volgers. Het ligt echt niet aan die uitbundige knul; ik kan gewoon niet overweg met Twitter. Misschien gaat iemand me ooit nog eens uitleggen hoe dat allemaal werkt met die @-jes en #’s.
Nederig door de knieën
Ondertussen lig ik gemiddeld één keer per week op mijn knieën voor zo’n aangelijnde hond. Ze keuren me meestal geen blik waardig. Hun focus is gericht op de winkeldeur, want daar komt zometeen de baas weer naar buiten.
Er zijn mensen die me meewarig aankijken als ik dit verhaal vertel op een feestje. “Waarom, Gerard. Waarom?” De vraag wordt nooit hardop gesteld, maar ik zie ‘m in hun ogen. En ik begrijp het ook. De Twitteraars zien me immers niet en ik word door de honden volstrekt genegeerd. Hoe stom kun je zijn om zo’n project vol te houden?
Nou, gewoon… Omdat je af-en-toe behoefte hebt aan een niemendalletje!