De vakantie komt er aan. Misschien heb je al wel nagedacht over de inhoud van je koffers….
Als je naar een all-inclusive resort in Turkije gaat, dan laat je waarschijnlijk de bergschoenen thuis. En als je gaat hiken in de Franse Alpen, dan heb je weinig aan een rood avondjurkje met een paar high-heels. Je moet keuzes maken, want niet alles kan mee. Dat geldt ook voor je fotospullen. Maar…: je wilt wel de juiste apparatuur bij je hebben, zodat je geen enkele fotokans hoeft te missen.
We geven je een paar ideeën om over na te denken. (Check ook de andere tips).
De smartphone
Het lijkt een open deur, maar met de smartphone heb je altijd een een prima camera bij de hand. Met de nieuwste modellen kun je foto’s maken die zeker niet onderdoen voor de resultaten van een compactcamera of een spiegelreflex.
Natuurlijk zijn er verschillen. Zo is het vaak lastig (lees: vrijwel onmogelijk) om met smartphones een kleine scherptediepte in je foto’s te leggen. En onder slechte lichtomstandigheden neemt de ‘ruis’ snel toe. Maar met ‘normaal’ licht levert je telefoon plaatjes waar je prima mee uit de voeten kunt.
Bekijk deze twee voorbeelden maar eens.
Bedenk vooraf wat je wilt
Het grote voordeel van een smartphone is dat je meteen online kunt publiceren. Zover zijn de meeste fototoestellen nog niet. Ik raad je overigens aan om je foto’s pas ná je vakantie op het web te zetten. Je hoeft inbrekers immers niet dagelijks te vertellen hoeveel kilometer je van huis bent.…
Als je achteraf liever een mooi album laat printen, dan heb je een redelijk groot bestandsformaat nodig. Let vooral op de instellingen van je smartphone. Sommige apps bieden de mogelijkheid om je foto’s op te slaan in hoge kwaliteit JPG, TIFF, of zelfs RAW (DNG). Mijn advies: gebruik de hoogst mogelijke resolutie, dat levert echt veel betere afdrukken op. Bovendien heb je meer ‘speelruimte’ om de foto’s te bewerken.
Verschillende bestemmingen
Stel dat je meegaat met een georganiseerde fotoreis naar IJsland. In dat geval neem je natuurlijk zoveel mogelijk apparatuur mee. Ook die loodzware telelens. Je doel is immers om de hele dag te fotograferen. Maar, als je een strandvakantie hebt geboekt, dan wil je niet de hele dag met 15 kilo aan fotospullen op je rug lopen. Waarschijnlijk vind je dan een smartphone, of een lichte compactcamera meer dan voldoende.
Het zoomobjectief
Bij de meeste reizen is het prettig om een objectief bij je te hebben met een (beperkt) zoombereik. Bijvoorbeeld een 24-70mm lens voor full-framecamera’s of een 18-55 als je sensor wat kleiner is. Die lenzen zijn niet al te zwaar. Het grote voordeel is dat je altijd een groothoek plus een acceptabele portretlens bij de hand hebt.
Zeker in de Zuid-Europese stadjes met hun nauwe straten en pittoreske kerktorens komt een groothoek goed van pas. Ook voor landschapsfoto’s gebruik je meestal een groothoek.
Voor een mooi portret van je reisgenoten, of voor sfeervolle detailopnamen heb je met een zoomlens de mogelijkheid om iets ‘dichterbij’ te komen. Inzoomen betekent ook dat de vertekeningen in het beeld (schuine lijnen en grote neuzen) steeds minder worden.
Het statief en de vakantie
Je mag tegenwoordig in veel kerken en musea fotograferen. Maar de lichtomstandigheden in dat soort gebouwen zijn meestal slecht en flitsen is eigenlijk altijd verboden. Je hebt dus al snel behoefte aan een statief.
Er zijn maar weinig fotografen die zo’n lompe driepoot meenemen op vakantie. Je zult dus iets anders moeten verzinnen om je camera stabiel te houden. Een handig hulpmiddel is een washandje of sloop, gevuld met rijst (daarna wel even de open kant dichtnaaien ;-)). Dat rijstzakje leg je op de rugleuning van een kerkbank als een soort kussentje voor je camera. Je zult zien dat je toestel best stevig ligt en dat je met langere sluitertijden kunt werken.
De fotokoffer en de rugzak
Je komt een museum overigens helemaal niet in met een statief. Datzelfde geldt voor grote rugzakken. De suppoosten zijn namelijk als de dood dat je er per ongeluk mee tegen een kunstwerk zwaait. Neem daarom bij museumbezoeken alleen de kleinste beschermtas voor je camera mee. Zo’n snuit- of slingtas is ook prettig als je op een lange wandeling gaat, of als je niet al te veel bij je wilt hebben aan het strand.
Experimenteren
Je kunt de vakantie ook gebruiken om je camera of een objectief beter te leren kennen. Zo heb ik een paar jaar geleden alleen een lichtsterke 50mm-lens meegenomen op vakantie naar Italië. Je benen zijn dan je zoombereik. Als je meer omgeving op de foto wilt, dan moet je verder weg gaan staan. Zo simpel is het.
Omdat het objectief heel lichtsterk was (F1.4) kon ik vrijwel overal uit de hand fotograferen. En het gewicht van de body en de lens was een behoorlijk stuk minder dan met een zoomobjectief. Probeer het maar eens. ’t is echt een ontzettend leuke en leerzame ervaring. De meeste foto’s op deze pagina zijn met een 50mm-objectief gemaakt.
Dit artikel over vakantiefotografie is eerder geschreven voor de website van Fotoschool Keistad.
