Ik krijg regelmatig de vraag of je met een smartphone ook mooie foto’s kunt maken. Het antwoord is simpel: “Ja, dat kan”. Sterker nog: in sommige gevallen is een mobieltje veel handiger dan een traditionele camera. Toch is de kwaliteit van een ‘echt’ fototoestel nog steeds beter.
In dit artikel staat een aantal voor- en nadelen van beide camera’s op een rij. Ik ben daar speciaal voor naar Parijs gegaan ;-). In de kontzak een wat oudere iPhone SE en in de rugzak een professionele full-frame spiegelreflex.
Kies voor gemak
Tijdens een stedentrip loop je ongemerkt tientallen kilometers. Het gewicht van een spiegelreflex (+ de lenzen) gaat na een paar kilometer slenteren echt een rol spelen. Je sjouwt immers al snel enkele kilo’s extra mee. Van de smartphone heb je nauwelijks last.
Bij het bezoek aan de Franse lichtstad heb ik de grote camera soms een paar uur op de hotelkamer laten liggen. Het maakt je uitstapjes een stuk prettiger. De smartphone biedt dan uitkomst als je fantastische fotomomenten voorbij ziet komen.
TIP: In een museum zijn statieven, flitsers en grote rugzakken streng verboden. Laat die dus op je hotelkamer, of leg ze in een kluisje van het museum.
Fotografeer onopvallend
Er is nog een ander groot voordeel van de smartphone: ongeveer 90 procent van de voorbijgangers loopt met zo’n ding in z’n handen. Als je onopvallend een leuke straatfoto wilt maken, dan lukt dat veel beter met je mobiel dan met de spiegelreflex.
De vermoeide reiziger in de metro zat op een meter afstand en heeft echt niet gemerkt dat hij op de foto is gezet. Bij dit soort portretten moet je uiteraard wel rekening houden met allerlei privacyregels. Vraag voor de zekerheid achteraf toestemming.
De smartphone is altijd binnen handbereik. Een paar swipes over je scherm en je kunt meteen plaatjes schieten. Bij een grote camera is dat een stuk lastiger. Als je opeens iets moois ziet om te fotograferen en je moet (1) eerst de rugzak afdoen, (2) de ritssluitingen openen, (3) de camera aanzetten en (4) alle instellingen goed zetten, dan is Het Moment meestal voorbij.
Gebruik scherptediepte
Foto’s worden een stuk spannender als het hoofdonderwerp scherp is en de achtergrond wat waziger wordt. Bij een spiegelreflex is dat eenvoudig in te stellen. Hoe kleiner je diafragmagetal, hoe kleiner het scherptegebied in je foto. Dat effect kun je nog verder versterken door dichter je bij je onderwerp te gaan staan (of door in te zoomen).
Op de nieuwste (en duurste) smartphones heb je tegenwoordig mogelijkheden om ook een scherptediepte-effect in te stellen. Bij de oudere toestellen (zoals mijn iPhone) kan dat niet. Maar met een simpel trucje kun je toch mooie ‘blurry’ achtergronden maken. Kruip daarvoor heel dicht op het hoofdonderwerp -maximaal 40 centimeter- en stel dan scherp. Je zult zien dat de rest redelijk snel vaag wordt.
Zoek zoveel mogelijk licht
De sensor van de smartphone is een stuk kleiner dan de full-frame van onze professionele camera. Dat zie je vooral terug op foto’s die onder matige lichtomstandigheden zijn gemaakt. De automatische stand van de iPhone bakt niets van de donkere onderkant van de Eiffeltoren. Vergelijk deze plaatjes maar eens.
Links smartphone, rechts spiegelreflex
Maar zelfs met een grote hoeveelheid perfect licht blijft de kwaliteit van de smartphone behoorlijk achter bij de resultaten uit de spiegelreflex. We hebben twee uitsnedes gemaakt van hetzelfde gebouw. Bekijk de verschillen.
Links smartphone, rechts spiegelreflex
Eisen aan de printkwaliteit
Als je van plan bent om een enorme print van je uitstapje boven de bank in de kamer te gaan hangen, gebruik dan een foto uit je grote camera. De resolutie (het aantal pixels) van je smartphone is echt ontoereikend voor extreme vergrotingen. Als je een klein fotoboekje van je reis wilt laten printen (bv. bij de HEMA), dan zijn de foto’s uit je smartphone nog wel voldoende.
Kies voor RAW
Op alle moderne fototoestellen kun je instellen dat je de bestanden in RAW wilt opslaan. Ons advies: DOEN! De kwaliteit van RAW is vele malen hoger dan van JPG. Je moet wel een bewerkingsprogramma op je computer hebben om die RAW-bestanden te kunnen lezen/bewerken. Check dat eerst voordat je de instellingen van je camera verandert.
De fabrikanten van smartphones zijn lang terughoudend geweest bij het aanbieden van RAW-fotografie. Dat komt waarschijnlijk omdat die bestanden veel extra opslagruimte vragen. Blijkbaar is die opslag steeds minder een probleem, want het laatste jaar worden vrijwel alle fotoprogramma’s op de smartphone voorzien van RAW-mogelijkheden. Heel veel apps kunnen die bestanden ook bewerken. Dus: als je een redelijk nieuwe smartphone hebt, kijk dan eens of je kunt gaan fotograferen in RAW. Je zult zien dat het verschil met JPG groot is.
Conclusies
Vertel verhalen
Of je nou gebruik maakt van je smartphone, of van je traditionele camera probeer dan ook eens ‘verhalende’ foto’s te maken. Een plaatje met een ‘extra laag’ is meestal interessanter dan een zuiver registrerende foto. Het is niet eens nodig om altijd de ‘highlights’ van je stedentrip als hoofdonderwerp in beeld te brengen. Soms is een verwijzing voldoende. Je kunt dan je kijkers laten fantaseren. “Wat doen die meisjes op dat bankje als er een bijzondere Picasso-expositie te zien is?”
Lees ook het artikel: Is de smartphone een goede fotocamera?
Heel veel plezier bij je volgende fotoreis.
Dit artikel is ook geschreven voor Fotoschool Keistad in Amersfoort.