Er is een jaar niks gebeurd op deze plek. Dat is te lang. Veel te lang. Jij hebt er waarschijnlijk weinig last van gehad. Mij zat het wel dwars. Het lukte domweg niet om woorden te vinden. Het wordt tijd dat de stilte zwijgt en de letters weer spreken. Laat ik daarom deze doorstart maar doen met een verhaal over een schrijver.
We wonen een tijdje op de geboortegrond van de auteur Cesare Pavese. Je moet die plek zoeken in Italië, een stukje ten zuidoosten van Turijn, ergens tussen Alba en Asti. Het is de regio Piëmont waar al die fantastische wijnen vandaan komen. Tot zover de aardrijkskundeles.
Cesare Pavese
Cesare Pavese werd in 1908 geboren en pleegde zelfmoord in 1950. Hij wordt gezien als één van de invloedrijkste Italiaanse intellectuelen uit de 20ste eeuw. In Nederland is de man nauwelijks bekend. De Italianen moesten Pavese verplicht lezen op school, al komt daar de laatste jaren de klad in. Een vriend vergeleek de Italiaanse Pavese met onze Jan Cremer. De oudjes weten nog wie het is en voor de jonkies verliest de auteur z’n glans. Een langzame fade-out. Zoiets.
Pavese was dol op Amerikaanse literatuur. Hij studeerde af op werk van Walt Whitman en vertaalde veel Engelse boeken naar het Italiaans. Pavese was een tijdgenoot van John Steinbeck. Ik heb daar eerder als eens iets over geschreven.
De Maan en het vuur
Mijn kennis van het werk van Cesare Pavese is beperkt. Ik heb alleen zijn laatste roman ‘De maan en het vuur’ gelezen. Dat boek ademt melancholie en nostalgie (net als al z’n andere werk heb ik van horen zeggen).
De hoofdpersoon is een tijd naar Amerika geweest en komt -na WOII- terug. Het ging hem voor de wind in California, maar zijn jeugdherinneringen blijven hem achtervolgen en hij besluit om weer naar Italië te gaan, misschien wel voorgoed.
[de tekst gaat verder onder de foto]
Het verhaal speelt zich af in de boerengemeenschap rond Santa Stefano Belbo (de geboorteplaats van Pavese). Het hoofdkarakter zoekt -samen met zijn vroegere vriend Nuto- naar verdwenen vertrouwdheid en baalt voortdurend dat de geschiedenis niet anders is verlopen. Hij treft armoede, diepe ellende en een aaneenschakeling van teleurstellingen. Triestheid alom. Je wordt er niet vrolijk van…
City marketing in Santa Stefano Belbo
Deze Cesare Pavese wordt in de streek rond het stadje Santa Stefano Belbo flink in de schijnwerpers gezet. Er loopt al een paar jaar een reusachtige marketingcampagne. Pavese moet de regio een culturele identiteit geven. Ik heb tientallen sjieke borden met affiches gezien, twee borstbeelden, een museum, een auditorium, een stichting om de nalatenschap te bewaren, en ik heb zelfs aangeklopt bij een vakantieappartement waar je het werk van de schrijver in een passende sfeer kunt bestuderen. Echt waar! Er deed overigens niemand open…
En dan is er ook nog zijn graf. In 2001 zijn Pavese’s overblijfselen verplaatst van Turijn naar Santa Stefano Belbo, weg van zijn grote liefde en terug naar de streek vol heimwee.
[de tekst gaat verder onder de foto]
Je kunt hier dus geen blokje lopen zonder de naam van Pavese tegen te komen. De naam van de schrijver is in de regio net zo bekend als Coca Cola. Nu moet de rest van de wereld het nog weten en vervolgens massaal afreizen naar Santa Stefano Belbo. Zoiets zal de plaatselijke afdeling van city-marketing als stip op de horizon hebben staan.
Zes stenen ‘boekbankjes’
De ‘Pavese piketpaaltjes’ nemen veel vormen aan. Zo zijn er -naast al die gekkigheid hierboven- ook nog zes stenen bankjes. Ze staan verspreid langs een route van zo’n 25 kilometer. Je moet er soms een stad voor bezoeken en soms een hoge berg voor beklimmen. De bankjes hebben de vorm van een opengeslagen boek en zijn bedrukt met kenmerkende teksten uit verschillende werken van Pavese.
Er staat zo’n bankje bij ‘Casotto della Gaminella’, hoog op een slecht toegankelijke heuvel. Het was er een zooitje. Drie bouwvakkers stonden in de verzengende zon een schuurtje en een waterput te restaureren. Ik bleek -bij toeval- voor de hut te staan van Virgillia en haar peetvader, twee karakters in het boek ‘De maan en het vuur’.
Twee andere bankjes staan zo dat je in de richting van Santa Stefano Belbo kijkt. En dan staan er nog twee in het centrum van de geboorteplaats van Pavese.
Turijn als muze
Je mist er nu nog één: in het gehucht Valdivilla kijk je vanaf het stenen zitmeubel richting Turijn. Dat is de plaats waar Pavese werkte en doodging. Hij beschrijft Turijn als ‘Mijn geliefde, geen moeder noch een zuster’.
Vlak voor zijn dood kreeg Cesare Pavese de Premio Strega, de meest prestigieuze Italiaans literatuuronderscheiding. Hij krijgt de prijs voor La belle estate (1949), een drietal novelles over de zoektocht van Turijnse jongeren naar liefde en lust tijdens een bloedhete zomer.
Misschien was de stad Turijn wel de belangrijkste muze van Pavese, want de rest van zijn liefdesleven ging niet over rozen. Sterker nog: zijn tragische einde had waarschijnlijk te maken met een stukgelopen liefde (en somberheid over de politieke sfeer in zijn land).
Actuele leestip
Potverdrie zeg, je bent helemaal tot hier gekomen, al lezend of scrollend. Dat is een prachtige prestatie. Super! Als dank krijg je een heuse leestip van me.