008-2016: iPhonefotografie

Gepubliceerd op

Een foto met fel tegenlicht. Je ziet een stoel en de contouren van een fietszadel. iPhonefotografie.Vrijdag 8 januari 2016

Je weet misschien al dat ik een haat/liefdeverhouding heb met de camera van de iPhone. Het is ontzettend handig dat zo’n ding altijd in de buurt is, maar ik ben iedere keer weer teleurgesteld over de kwaliteit van de plaatjes bij iPhonefotografie. In mijn broekzak steekt een iPhone 5. De jongste zoon heeft een recentere versie en bij dat apparaat is de techniek al een stuk beter. Toch blijft er een groot verschil met een echte camera. Er ontbreekt namelijk een cruciale instelling op een mobieltje.

Ruis en korrels

Eerst maar eens een open deur: fotograferen is ‘schrijven met licht’. Alles draait om de hoeveelheid lumen die op je sensor (alternatief voor het oude filmrolletje) terecht komt. Dat kun je op drie manieren regelen, namelijk met de sluitertijd (1), het diafragma (2) en de iso-waarde (3). Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht er in je camera verdwijnt. Bij het diafragma is de grootte van de lensopening van belang. Des te groter het gat, des te meer licht, maar ook des te minder scherptediepte in de foto komt. En de iso-instelling staat voor de lichtgevoeligheid van je sensor, die kan namelijk softwarematig een behoorlijk eind worden opgeschroefd. Het nadeel is dan wel dat de uiteindelijke foto steeds meer ‘ruis’ of ‘korrels’ gaat vertonen. Het eindresultaat wordt minder scherp.

Extra info: scherptediepte is het gebied op een foto met scherpgestelde elementen, van voren naar achteren. Je ziet soms portretfoto’s waarbij de ogen heel scherp zijn, maar de oren van het model al wazig/onscherp worden. Dat is een foto met heel weinig scherptediepte. Zo’n resultaat kun je krijgen met een heel grote lensopening, een ‘open diafragma’.

Altijd scherp

Tot zover de theorie. Nu de praktijk: op een normale camera zitten drie knoppen om sluitertijd, diafragma en iso in te stellen. Je kunt het natuurlijk ook automatisch door de camera zelf laten doen, maar dat hòeft niet. Op een iPhone ontbreekt één van de drie instelmogelijkheden, namelijk het diafragma. Het piepkleine lensje heeft maar één vaste lensopening. Het binnenkomende licht wordt daarom geregeld door iets te veranderen aan de sluitertijd of aan de hoogte van de iso.

Als je fotografeert bij weinig licht (in een schemerige huiskamer bijvoorbeeld) dan gaat eerst de iso flink omhoog (veel ruis) en daarna wordt de sluitertijd steeds langer gemaakt (en dan krijg je bewogen foto’s). Ik ga niet beweren dat je met een dure camera in een halfdonkere ruimte wel mooie foto’s krijgt. Een gebrek aan licht maakt het fotograferen altijd een stuk lastiger, hoe goed je camera ook is. Mijn frustratie bij de iPhonefotografie ontstaat vooral op mooie dagen als er veel lumen stralen. Dat zijn de momenten dat je weliswaar foto’s met een hoge technische kwaliteit op je mobiel kunt maken, maar het is onmogelijk om de scherptediepte aan te passen. Alles wordt scherp, van heel dichtbij tot aan de horizon. En dat is jammer, want een mooie foto wordt meestal gekenmerkt door een verloop in de scherpte, zodat je oog bijna automatisch naar het focuspunt wordt getrokken.

Wazige toekomst

En nu ben ik benieuwd hoeveel versies van de iPhone we nog krijgen voordat de telefooncamera ook is uitgerust met een diafragmastand, zodat we heel bewust wazige plaatjes kunnen schieten.

Voor de liefhebbers is hier een link naar de site van een Amersfoortse iPhonefotograaf, Nico Brons. Hij maakt de mooiste kunst met z’n mobiel.
T
er informatie: de grote, rechthoekige foto van het koraal is gemaakt met een spiegelreflexcamera, de vierkante foto met de stoel en het fietszadel komt uit een iPhone.

andere
verhalen