Zelfs een stoere spiegelreflex heeft af-en-toe wat liefde en aandacht nodig. Zo’n werkpaard is immers het hele jaar voor me in touw. Dat verdient vertroeteling. Ik neem daar ruim de tijd voor. Dat kan ook niet anders, want de wellnesscentra voor fotocamera’s liggen behoorlijk ver uit de buurt. Bovendien moet ik altijd rekening houden met wat nazorg. Ja, het is een vreemd begin van dit verhaal, maar er is geen woord gelogen.
Laat ik je eerst iets vertellen over de lichaamsbouw van een spiegelreflexcamera. Er zijn twee delen: je hebt het camerahuis (de ‘body’) en een lens (het ‘objectief’). Het idee is dat je zo’n lens van de body kunt schroeven en er een andere lens voor in de plaats kunt zetten. Zo kun je met één toestel zowel heel ver weg fotograferen (tele-objectief), of juist heel dichtbij alles op de foto zetten (macro-objectief) en alles daar tussenin. Heel handig zou je denken, toch zit er ook een nadeel aan dit voordeel.
Kleine ellendelingen
Bij het verwisselen van een lens loop je het risico dat er vuil in het camerahuis komt. Meestal zijn dat kleine stofdeeltjes die bij tienduizenden door de lucht zweven. Die kleine ellendelingen weten altijd -binnen enkele seconden- het gat van de body te vinden. Eenmaal binnen gaan ze het liefst op de sensor zitten. Dat is een lichtgevoelig plaatje waarmee je de uiteindelijke foto’s maakt (vergelijk het maar met het negatief van heel lang geleden).
Als er veel stof op de sensor zit, dan ga je dat zien in het eindresultaat. Ik heb daar een bloedhekel aan. Die deeltjes zitten altijd op vervelende plekken. Ik heb wel eens een model gehad met een enorm grote, zwarte meeëter op haar neus. Dat bleek bij nadere bestudering een zogeheten ‘sensorvlek’ te zijn. Ontmoedigend voor het model en veel gedoe voor mij in de nabewerking. Kortom: dat stof moet regelmatig worden opgeruimd.
Stofzuiger op de body
Je kunt zelf gaan fröbelen met wattenstaafjes, antistatische borsteltjes, of met de stofzuiger (don’t try this at home). Dat levert -in mijn geval- vrijwel altijd ellende op. Daarom ga ik naar een specialist, het liefst iemand die een heus ‘certificaat’ bij de voordeur heeft hangen. Als je een professional wilt zijn, moet je ook willen investeren in je vakgebied. Dan klop je aan bij andere deskundigen voor het optimale resultaat. En dan mag het best veel geld kosten. Ja toch?!
Goed, die gecertificeerde cameratroetelaars wonen vrijwel altijd ver weg. Ik ging vroeger naar een meneer in de buurt van Nijmegen (170 km. v.v.). Toen ik daar ooit mijn camera terugkreeg met de tekst: “Er zat een los onderdeeltje in de body”, ben ik niet meer teruggegaan. De camera bleek er overigens ook meteen mee gestopt.
Daarna maakte ik een gelukkige tijd mee bij een bedrijf in Almere. Dat is hier praktisch naast de deur (80 km. v.v.). Mijn camera’s zijn nooit zo schoon geweest. Jammer genoeg is het bedrijf failliet en opgedoekt.
Ruwheid in het sorteercentrum
Nu ga ik naar Bergen op Zoom (260 km. v.v.). Daar moet je dus bijna een werkdag voor reserveren. Het wordt helemaal ellendig als op de terugweg de A27 volledig is afgesloten omdat er ‘een vrachtwagen is stilgevallen’ (tekst verkeersinformatie).
Je denk nu natuurlijk: “Waarom stuurt die man z’n camera’s niet gewoon op?” Dat is een terechte vraag, maar het betekent wel dat ik ze een paar weken kwijt ben (onmogelijk) en geen idee heb hoe ver ze in het sorteercentrum van de Post met mijn dure gereedschap gooien.
Deze week heb ik weer eens bezoekje gebracht aan het wellnesscentrum voor fotografie in Bergen op Zoom. Na veertig minuten kreeg ik m’n twee body’s weer aangereikt. Het was snel gegaan dit keer. Nou ja, de terugtocht was wel een lange lijdensweg, maar dat hoort er een beetje bij. De economie is immers aangetrokken en al die extra werkgelegenheid verplaatst zich via de snelwegen. Het slibt soms wat dicht, maar dat komt omdat het goed gaat. Je hoort mij niet klagen…
De volgende dag heb ik eigenhandig gecheckt hoe schoon de sensoren waren geworden. Dat viel bar tegen. Bij één camera zat er zelfs meer zichtbaar vuil op dan voorafgaand aan de schoonmaakbeurt.
Klantenservice
Natuurlijk heb ik op nette toon aan het schoonmaakbedrijf gevraagd hoe ze dit wilden gaan oplossen. In de tweede regel heb ik meteen gemeld dat ik niet van plan was nog een keer vier uur in de auto te gaan zitten en dat ik me ook niet kon permitteren om de camera wekenlang kwijt te zijn.
Ik kreeg een mailtje terug dat de schoonmaker van dienst de sensor gisteren schoon had opgeleverd. Er was ook een visueel bewijsstuk toegevoegd. Als ik wilde, dan kon ik de camera weer op de gebruikelijke manier aanbieden. Geen ‘sorry’, ‘pardon’ of ‘wat sneu’. Kortom: men had duidelijk de indruk dat ik de boel aan het flessen was.
Netjes als ik ben, heb ik de mailschrijver bedankt voor de ‘bijzondere klantenservice’ en nu moet ik op zoek naar een nieuwe FTT (= fototoesteltroetelaar).
Morgen ga ik toch maar even wattenstaafjes kopen.
Update 5-7-2019, iets later: Ik krijg net een berichtje van de sensorpoetsers dat ze de tweede beurt gratis willen verzorgen. Toch mooi, dat voortschrijdende inzicht.
Update 8-7-2019: M’n anti-statische borsteltje blijkt het nog te doen. Na een minimale poetsbeurt verdween een haartje op de sensor als sneeuw voor de zon. Een vasthoudende, zwarte stofvlek kon ik verwijderen door -met de vlakke hand- flink op de zijkant van de body te slaan. Er zit dus nog rotzooi in de camera, maar de sensor is schoon. Je kunt weer bellen als je strakke foto’s nodig hebt…. 😉