Iedere vier maanden mag ik foto’s exposeren in een prachtig Gooi’s appartementencomplex. Dat is ongelooflijk eervol, een heerlijke aai over het ego, maar ook iedere keer een Enorme Verantwoordelijkheid. Dat zal ik proberen uit te leggen.
Van bestand naar kunst
De status van de foto’s verandert gaandeweg. Thuis, op mijn computer gaat het om gewone beelden, zoals er honderden op de harde schijf staan. Ik trek wat aan digitale schuifjes en strijk wat kreukels glad met Photoshop. Daarna gaan de foto’s naar de drukker, die er een magische dimensie aan toevoegt. En als ze eenmaal -in een keurige lijst- aan de muur van het appartementencomplex hangen, dan is het plotseling ‘kunst’ geworden. Dat blijf ik een vreemd proces vinden.
De bewoners lopen vervolgens langs de ‘schilderijen’ (zo worden de foto’s meestal genoemd) en vinden er iets van. Af-en-toe staan ze wat langer stil en kritiseren tot op pixelniveau. Iedereen heeft een mening. Daar houd ik van.
Iedere mening telt
Pas geleden hing ik nieuwe exemplaren aan de muur. Er ging een deur open en een jochie van een jaar of tien kwam de hal in stormen. Hij keek me onderzoekend aan en zei toen uit de grond van z’n hart: “Gaat ‘ie eindelijk weg? Ik kon er niet naar kijken. Zó vreselijk.” (Z’n moeder dook ijlings terug in haar portiek…)
Hij doelde op een nostalgische foto van een klein boekwinkeltje met een treurige verkoper achter de etalageruit. “Ik houd niet van boeken. Die zijn stom.” Met het razendsnelle observatievermogen van een kind had de kleine kunstkenner ogenblikkelijk de vervangende foto in de smiezen. “Dat is beter. Ik vind standbeelden wel mooi. En vogels zijn ook leuk.”
Nauwkeurige observatie
Deze week kreeg ik voor de eerste keer een vraag over het productieproces. De voorzitter van de Kunstcommissie stuurde een mailtje van één van de bewoners door. Citaatje.
Een krachtig beeld en kleur, een boost in deze coronatijd! 😉 Ik vraag me af of al die kleine vogeltjes ingetekend zijn door de fotograaf of daar echt vlogen? Intrigerend…
Dat was best een fijne observatie. Ik had namelijk m’n best gedaan om iets te zoeken dat deze vreemde tijd recht doet. Het moest een beeld worden met hoop, zonder voorbij te gaan aan alle ellende.
Beeld met een toefje
In mijn collectie ‘wolkenluchten’ vond ik een dramatisch tafereel met veel zwart en oranje. Dat toefje blauw is letterlijk een geschenk uit de hemel.
De vele vogels moeten vrijheid symboliseren. Die vliegen immers niet alleen van Oost- naar west-Berlijn, maar maken zich per definitie los van aardse beslommeringen. Als ze willen, kiezen ze voor hun eigen ruimte. Alsof er niets aan de hand is.
Boven ons huis pakken de zwermen vogels zich in het voorjaar vaak samen. Daar schiet ik dan braaf plaatjes van. Ik hoef er immers alleen de achterdeur voor open te maken.
Gouden Jeugd
OK, de wolken en de vogels had ik, maar dat was niet voldoende om een ‘verhaaltje’ te vertellen. Gelukkig kwam ik -diep in de archieven- het beeld tegen van ‘de gouden vrouw‘.
Het is een sculptuur van Alexandre Descatoire (1874-1949) en het heet La Jeunesse. Je kunt het vinden op de Place du Trocadéro in Parijs. De kers op de taart is de vogel op haar schouder.
Alle puzzelstukjes vielen op hun plek. Daarna was het een kwestie van urenlang fröbelen met Photoshop. Hoe krijg je een Hollandse lucht met Hooglandse vogels achter een beeld in Parijs? ’t Is even een gedoe, maar ach, we mogen de deur toch niet uit…
Discussie in de wandelgang
Het is fijn als een oplettende kijker een draadje van het verhaal te pakken krijgt. Ik was dan ook hartstikke blij met de doorgestuurde mail. Tof! Dat mag nog wel verder gaan….
Ik stel me (tijdens blije dromen) voor dat de bewoners van het Gooise woningcomplex op een willekeurige zaterdagmiddag samendrommen voor hun nieuwe aanwinsten. Ze vertellen elkaar wat ze in de foto’s zien. Dan halen ze er bier met kaasblokjes bij en beginnen een stevige discussie. Bijvoorbeeld over de vraag: “Mag een fotograaf sier maken met het kunstwerk van iemand anders?”
Dat zou ik wel mee willen maken. Héél graag.
NB. voor de geïnteresseerden:
De foto’s worden geprint met een Epson SureColor P8000 printer (Epson UltraChrome HD inkten (houdbare pigmenten)). Materiaal: Canson Infinity Baryta Prestige 340 gram, één van de allerhoogste kwaliteiten in Fine Art papier. Het fotopapier wordt daarna gemonteerd op 3 mm Dibond met zuurvrije lijm.
De foto’s uit het appartementencomplex gaan na afloop van de expositie in de verkoop. Voor de prijzen kun je terecht in mijn fotowinkel (in aanbouw).